Adriaenssen

De erfgenamen van heer Ghijsel Back

30
31
32
33
34
35
Noten
1.GAH, R 1263, f 345v, 1O januari 1494.
2.ARAB, Rekenkamer 45074. f CCXLI v.
3.GAH, Collectie Aanwinsten 7851, ff 13v en 14, 1480. RAH, Charterverzameling Provinciaal Genootschap, inv. 1915, no 133, 5 januari 1493 oude stijl; no 136. 9 september 1493.
4.GAH, R 1266, f 223, 6 oktober 1497.
5.Smeyers 1935, 57.
6.Tijdrekenkundig regisier, V, 324 (9 oktober 1517), 514 (14 januari 1525). Van Dooninck 1879. 377 (15 augustus 1514), 385, 387 (schepenzegels uit 1518 en 1519), 401, 438 (31 april 1544).
7.Mensema II, no 141, 1494. Tijdrekenkundig register, V, 328, 329, 485, 500.
8.Tijdrekenkundig register, V, 273.
9.Tijdrekenkundeg register, V, 325.
10.Sloet en Van Veen 1917, 268.
11.Van Dooninck 1879, 436.
12.GAH, R 1294, f 256v, 24 augustus 1521.
13.RAH, RRG 202, f CII.
14.GAH, R 1294, f 256v, 24 augustus 1521. R 1300, f 448v, 24 september 1524.
15.RAH, Charterverzameling Provinciaal Genootschap, inv. 195, no 230, 28 maart 1551.
16.Schillings IV, 21, no 56, 4 juni 1529. Keussen II, 942, 41, 3 juli 1537.
17.Kronenbergh en Roëll 1950, 343.
18.GAH, N 2659A, f 134, 16 maart 1558.
19.Een derde was wellicht Derick van Averenck, die in 1594 voogd was van de kinderen van Johan Custers (De Roever 1885, 125. Vgl. Woelderink 1977, 95, 470-e, f, g, h). Hij was gehuwd met Sophia Berents (Graswinkel en Hardenberg 1941, 189, no 1252).
20.Anspach 1876, 567-569. Wildeman 1896, 447.
21.Wagner 1923, 101, 102.
22.Eijken 1967, 32, no 770.
23.Schillings IV, 601, no 27, 28 april 1560.
24.Rijksarchief Arnhem, Hof van Gelderland 5747, 26 oktober 1606.
25.Gemeentearchief Kampen, gedeponeerde archieven, inv. Don R 1927, 17 september 1607.
26.Ter Kuile 1966. 108, nrs 509-511.
27.ARAG, Staten-Generaal 12555-25, copie van de institutieakte, 31 januari 1618.
28.Rijksarchief Arnhem, Hof van Gelderland 5747, erffmaegscheydinck ende deijlong, 4 juli 1635.
29.Van Doorninck 1879, 578. De Man 1921, 323.
30.Wijnaendts van Resandt 1913, 139-140. Sloet en Van Veen 1917, 185, 235.
31.Wijnaendts van Resandt 1913, 133, 143-145. Sloet en Van Veen 1917, 186. Wijnaendts van Resandt 1943, 109.
32.Wijnaendts van Resandt 1913, 146.
33.ARAG, Generaliteitsrekenkamer 82, f 87, 16 maart 1690. Staten-Generaal 3321, f 442, 18 maart 1690; f 465v, 22 maart 1690; f 927v, 12 juni 1690.
34.ARAG, Generaliteitsrekenkamer 82, f 140, 30 juli 1697. Staten-Generaal 3336, f 76, 1 augustus 1697.
35.ARAG, Staten-Generaal 3336, f 173v, 4 september 1697.
36.Wijnaendts van Resandt 1913, 138, 150-152. Sloet en Van Veen 1917, De Man 1921, 327.
37.De Vries 1943, 94, 95.
38.ARAG, Staten-Generaal 12558-18, Innecomen vanden beneficie des cantors ende collateurs der selver cantorije tot Beeck. Idem 12555-25, memorie van Nicolaes van Someren over de camorij, 30 juni 1648.
39.Wijnaendts van Resandt 1913, 158-161, 193-198. Sloet en Van Veen 1917, 186. Van Schilfgaarde 1928, 300.
40.Mensema 1977, 36, 37.
41.Wijnaendts van Resandt 1913, 162, 163.
42.Wijnaendts van Resandt 1913, 160, 161: in 1707 kreeg hij een legaat van ƒ 600:0:0 van Henrick van Middachten tot Schoonderbeek en in het testament van diens weduwe Ernestina van Raesfelt van 7 augustus 1715 werd hij aangesteld tot diens universele erfgenaam.
43.ARAG, Generaliteitsrekenkamer 84, f 184v, 14 augustus 1782.
44.Sloet en Van Veen 1917, Van Schilfgaarde 1928, 300.
De Brabantse Leeuw 44 (1995) 30-36